Geleefd.
Op Funda kijk ik foto’s van een huis. Het staat te koop. Een oude dorpsboerderij. Vroeger liep ik er vaak langs. Ik, een meisje met blonde haren, op weg naar een vriendinnetje. Het huis pal aan de stoep. Als ik gauw opzij keek bij het raam dan zag ik de vrouw aan de keukentafel zitten. De bewoners zijn iets jonger dan mijn ouders. De vrouw is de weg al langer kwijt en ook haar man woont nu in een verzorgingstehuis. Ik hoop dat ze samen konden blijven, ik weet dat niet.
Klikkend door de foto’s van het grotendeels lege huis krijg ik een beeld van hoe hun hebben gewoond en geleefd. Het is een net interieur met een hele grote achtertuin. Ze hielden van tuinieren, dat moet wel met zo’n oppervlakte grond. Achter op het perceel staat een groen houten tuinhuis met ramen. Ik zie houten stelen van tuingereedschap door het glas heen. De schoffel, de hark, de drietand, de bezem staan netjes op de rij. Die zijn vast heel vaak in de handen van de man en/of vrouw geweest. Nu staan ze stil op hun plek in de schuur. Hun eigenaren doen het niet meer. Ze tuinieren niet meer daar en misschien wel nooit meer. De foto raakt me. Het is een beeld van een leven dat geleefd is.
Ook twee foto’s van kamers met stapels en rijen boeken raken bij mij een snaar . Op de hoofdslaapkamer liggen 4 stapels dikke boeken op de grond; één muur is hierdoor grotendeels bedekt. Op twee andere kamers, denk van hun kinderen – die inmiddels volwassen zijn – hangen planken aan de muren met van die ijzeren houders eronder. En ook hier, veel boeken in indrukwekkende rijen. De bewoners hielden van lezen en kennis vergaren, dat moet wel met zo veel boeken. Die zijn vast heel vaak in de handen van de man en/of vrouw geweest. Nu staan ze stil op de plank. Hun eigenaren doen het niet meer. Voorbij gegaan, alles is voorbij gegaan. Het is gedaan. Ik ben geraakt.
Josephine, 31-10-2023